begrippen: culturen verschillen

Culturele diversiteit:

Een culturele diversiteit houdt in dat er veel verschillende cultuurgroepen zijn in een land die naast of met elkaar samenleven. Culturen kunnen verschillen per:

  • Regio
  • Generatie
  • Beroep
  • Sekse
  • Herkomst
  • Godsdienst

Regio:

Er zijn veel verschillen tussen regio’s. Zo kan je bijvoorbeeld leven in de grootte steden zoals Amsterdam of Rotterdam of in een dorpje zoals Benschop. In een dorpje als Benschop spreek je over een plattelandscultuur. Er is vaak een grootte betrokkenheid, omdat iedereen elkaar kent. Dit kan soms als vervelend ervaren worden, omdat mensen snel bang zijn om als ‘anders’ of ‘gek” aangezien te worden. In de grootte steden is hier juist helemaal geen sprake van. Mensen kennen elkaar nauwelijks en je bent niet van alles op de hoogte. In steden zoals Amsterdam spreek je daarom ook wel over een grootte individuele vrijheid.

Naast dat er verschillen bestaan tussen stad en platteland kunnen ook provincies erg verschillen. Brabanders staan bijvoorbeeld bekend om de levensgenieters, terwijl Groningers vooral als nuchtere mensen gezien worden. Denk ook aan verschillen tussen dialect. Limburgers die met een zachte G praten kunnen het dialect van een Twent nauwelijks verstaan. Zo zie je dat in een land als Nederland regio’s erg van elkaar verschillen.

Generatie:

Tussen jonge mensen en oude mensen bestaan veel verschillen. We dragen andere kleren dan ons ouders. We luisteren naar andere muziek en ook ons vrije tijd besteden we aan andere dingen zoals uitgaan met vrienden. Omdat jonge en oude mensen een andere levenswijze en manier van denken hebben kunnen er weleens conflicten ontstaan, dit noemen we generatie conflicten.

Er bestaan ook verschillen tussen jongeren onderling als je kijkt naar kleding, vrijetijdsbesteding en muziek. De een houdt bijvoorbeeld van de muziekstijl R&B terwijl de ander van rap houdt. Sommige jongeren kiezen ervoor om bij een specifieke jongerenculturen te horen zoals gothics of gamers, maar in de meeste gevallen bestaat er een mix tussen wat iemand leuk vindt. De muziek van de een en de kleding stijl van de ander.

Beroep:

Ieder bedrijf ontwikkeld zijn eigen bedrijfscultuur. Een bedrijfscultuur bestaat uit alle waarde, normen en gewoonten die er in een bedrijf gelden. Zo bepalen ze bijvoorbeeld hoe de uitstraling van het bedrijf is en hoe vriendschappelijk of juist formeel je met je baas omgaat. Als je werkt moet je je aanpassen aan de bedrijfscultuur. Als je bijvoorbeeld in de bouw werkt heb kleren aan die vies mogen worden en is het nodig dat je veilige schoenen aanhebt zodat je niet per ongeluk in iets scherps kan staan. Zakenmannen daarentegen moeten er netjes uitzien. Dit noem je kledingvoorschriften.

Sekse:

Als we het hebben over de verschillen tussen manen en vrouwen bestaan er veel opvattingen. Nog steeds vinden veel mensen dat de man het geld moet verdienen en dat de vrouwen beter voor de kinderen kunnen zorgen. Dit noem je rolpatronen, je kan het beschrijven als verwachtingen hoe iemand zich moet gedragen. Het verschil tussen man en vrouw komt deels door biologische factoren. Zo is het een feit dat vrouwen kinderen baren en dat hun carrière dan een tijd stil staat. Ook is het zo dat mannen fysiek sterker zijn en dat ze zwaarder werk aankunnen dan vrouwen. Maar toch zijn de meeste verschillen grotendeels cultureel bepaald. Omdat cultuur altijd in ontwikkeling is merk je dat deze rolpatronen steeds meer veranderen. Vrouwen gaan steeds vaker werken en worden veel zelfstandiger en het wordt steeds normaler om als man huishoudelijke klusjes te doen zoals strijken.

Herkomst:

Als je als in een ander land gaat wonen is dat erg wennen, er is een andere cultuur, er wordt een andere taal gesproken, er zijn andere eetgewoontes en mensen kleden zich anders. Het is erg lastig om als allochtoon aan te passen aan een nieuwe cultuur. Ze houden zich namelijk erg vast aan veel gewoontes van hun eigen cultuur. Neem als voorbeeld  Marokkaanse vrouwen, ze dragen vaak hoofddoekjes omdat dat belangrijk is in hun cultuur en namens hun geloof.

Dat allochtonen zich erg vasthouden aan hun eigencultuur geld vooral voor de eerstegeneratieallochtonen, zij namen de culturele tradities mee naar Nederland. De tweede generatie, die hier in Nederland geboren is, gaat hiermee veel makkelijker om, want ze komen dagelijks in contact met de autochtone cultuur. Ze gaan bijvoorbeeld naar Nederlandse scholen en groeien daar op met de Nederlandse cultuur.

Godsdienst:

Er zijn verschillende godsdiensten over de wereld. Ze hebben allemaal hun eigen gebruiken en opvattingen. Deze opvattingen kunnen van elkaar verschillen. Zo geloven de christenen, joden en moslims dat er maar een god is, terwijl hindoes geloven dat er een heleboel bestaan. Naast dat godsdiensten zoals het islam en christendom van elkaar verschillen, bestaat er binnen het geloof ook nog verschillende stromingen.

Binnen het christendom zijn er twee belangrijke stromingen: de katholieke en de protestantse kerk. Katholieke kerken  hebben priesters die als tussenpersoon dienen tussen god en de gelovigen. Het hoogste gezag ligt bij de paus in Rome. De gelovigen vereren naast Jezus ook Maria. De katholieke kerken staan erom bekend dat ze altijd mooi versierd zijn met beelden en schilderijen. De protestantse kerk daarentegen staat bekend om zijn soberheid. In hun kerken zijn geen beelden te zien. Ook is er geen hoogste leider. Dominees staan aan het hoofd en leiden de kerkdiensten. Bij protestanten staat het lezen en het begrijpen van de bijbel centraal.

Ook binnen de islam bestaan meerdere stromingen. De twee grootste zijn het soennisme en het sjiisme ze verschillen onderling op een paar punten. Zo zijn voor de soennieten afbeeldingen van de profeet Mohammed een taboe. De sjiieten staan wel afbeeldingen toe. En moderne moslims zoals de Turkse alevieten, staan nog soepeler tegenover het geloof. Ze vinden dat iedereen vrij is om het geloof zijn eigen vorm te geven.