begrippen: cultuur en identiteit

Socialisatie: normen en waarden en andere cultuurkenmerken van zijn samenleving of groep aanleert.  Het doel is van socialisatie is aanpassing van het individu aan zijn omgeving, maar de overdracht tuurkenmerken zorgt er ook voor dat de cultuur kan blijven bestaan.

 

Cialiserende instituties: dit zijn instellingen, organisaties en collectieve gedragspatronen waarmee de cultuuropdracht in een samenleving plaatsvindt. Collectieve gedragspatronen is carnaval etc. hier ook normen en waarden.

Belangrijkste socialiserende instituties zijn: gezin, school etc.

 

Imitatie: vooral bij kleine kinderen. Kleine meisjes die hun popidool nadoen is een goed voorbeeld.

 

Informatie: je leert bijvoorbeeld rekenen met bankrekeningen of via tv programma’s omgaan met problemen zoals eetverslaving of eenzaamheid. Ook door regels van geloof kan je gewenst gedrag aan leren.

 

Formeel: dit is sociale controle wanneer deze is gebaseerd op geschreven regels. Bijvoorbeeld wetten maar ook regels bij een voetbalwedstrijd.

 

Informele: dit zijn beleefdheidsvormen en andere ongeschreven regels sociale controle.

 

Sancties: sociale controle vindt ook plaats in sancties. Dit zorgt ervoor dat mensen zich gedragen naar de geldende formele en informele normen dit kan positief en negatieve gevolgen hebben zoals beloningen en straffen.

 

Internalisatie: dan is het doel bereikt. Er is dan Internalisatie van de cultuur bereikt. Mensen maken zich bepaalde aspecten van hun cultuurgroep zo eigen, dat zij zich automatisch gaan gedragen zoals de groep dat van hen verwacht. Kleine kinderen leen bijvoorbeeld netjes naar de wc te gaan en niet in hun broek te plassen.

 

Sociale identiteit: een identificatie van een groep. Bijvoorbeeld al mensen zeggen wij zijn werken bij een bank en wij zijn beter dan bouwvakkers.

 

Persoonlijke identiteit: dit zijn aangeboren eigenschappen bijvoorbeeld verlegenheid maar ook aangeleerde eigenschappen de muziek of kledingstijl waar je van houdt.

 

Individualistisch: de Nederlandse dominanten cultuur. Dit zijn de mate waarin je vrijheid krijgt om persoonlijke identiteit te ontwikkelen.

 

Collectivistisch: in andere culturen staat collectief vaak bovenaan dit is gastvrij zijn en goed voor andere zijn.

 

Loyaliteit: de waarin je trouw bent aan je groep.